U bent hier:

BKE en SKE voor lectoren

BKE en SKE voor lectoren
Type

bevorderen van kwaliteit

Datumdinsdag 17 oktober 2017 tot vrijdag 30 maart 2018

Certificeren voor examenbevoegdheid

In oktober 2013 publiceerde een expertgroep in opdracht van de vereniging van Hogescholen een voorstel voor een programma van eisen voor een basiscertificatie en seniorcertificatie examinering (BKE / SKE). Het beleid geeft invulling aan verantwoord toetsen in het hoger beroepsonderwijs. Lectoren hebben direct met examinering te maken, als zij betrokken zijn bij beoordeling van eindscripties of bij beoordeling van studentenwerk in minoren of andere onderdelen van het curriculum. Lectoren zijn indirect bij examinering betrokken, doordat bijgedragen wordt aan onderwijsvernieuwing. Toetsing en examinering is een belangrijk onderdeel van curriculum vernieuwing, of zou dat moeten zijn.

Een deel van het werk van een lector bestaat uit het verbinden van praktijkgerichtonderzoek via bedrijven en organisaties, aan het hoger beroepsonderwijs. Op die manier hoopt een lector bij te dragen aan de noodzakelijke professionalisering van docenten en aan het opleiden van studenten. Die opleiding heeft als uitdaging om zo goed mogelijk aan te sluiten op de snelle veranderingen in de beroepspraktijk. En daar zit voor lectoren de uitdaging: praktijkgerichtonderzoek levert kennis voor bedrijven om zich te blijven aanpassen aan veranderingen, maar dan moet het onderwijs ook mee, anders worden juniorcollega’s afgeleverd, die niet mee kunnen in die veranderingen.

Een lector moet dus verstand hebben van praktijkgerichtonderzoek, contacten onderhouden, publiceren over de nieuwe kennis. Maar er is geen vermelding van het kunnen toetsen en het kunnen examineren. Waarom is het mogelijk toch belangrijk om daar als lector verstand van te hebben?

Omdat examineren het sluitstuk is van goed onderwijs en nieuwe kennis in dat vernieuwde onderwijs ook getoetst moet worden. Een lector die ervaring en kennis heeft van toetsing en examinering, kan nog beter adviseren en coachen bij vernieuwing van het onderwijs. Mogelijk draagt ervaring en kennis van toetsing ook bij aan de professionalisering van docenten? 

Wat is BKE en SKE?

De basiskwalificatie examinering (BKE) is een traject voor docenten hoger onderwijs, die aantoonbaar ervaring en kennis hebben van toetsing en examinering binnen een vak of module. Voor de bewijsvoering wordt een portfolio gemaakt en een gesprek gevoerd. De basis van de BKE wordt gevormd door de in het onderwijs gangbare kwaliteitspiramide van eigentijds toetsen en beoordelen en door de toetscyclus, per vak of per onderdeel. Weet je als lector aan te tonen hoe je hiermee omgaat en op welke wijze je verbeteringen in een bestaand onderwijsonderdeel zou willen aanbrengen, dan kun je dat in de portfolio vermelden. Dit wordt dan getoetst.

Als je als lector niet direct met onderwijstaken en toetsing bezig bent, zul je jezelf voor het maken van de portfolio een opdracht kunnen (laten) geven, om een bestaand onderdeel van het curriculum te toetsen op verbeterpunten.

Als je als lector deze werkzaamheden zou verrichten, reken dan op zo’n veertig uren werk en nog een aantal uren voor het schrijven van de portfolio en het eindgesprek. Dat levert je dus kennis en inzicht op van toetsing in onderdelen van het curriculum waar jij bij betrokken bent en waar je als adviseur en als coach van docenten een bijdrage wilt leveren in de vernieuwing van het onderwijs. Tevens kun je als lector toetreden tot de examencommissie van een opleiding.

De senior kwalificatie examinering (SKE) is de vervolgstap voor voorzitters van examencommissies. Voor lectoren is dit mogelijk minder interessant, omdat het minder direct met de eigen werkzaamheden te maken heeft. Echter, vanuit de taken en rollen van de lector, is het voorstelbaar dat juist de inhoud van de SKE beter aansluit. De SKE richt zich op de samenhang tussen vakken en heeft ook aandacht voor collegiale coaching en intervisie met collega’s. De SKE behandelt de hele toetspiramide en de gehele toetcyclus voor een geheel curriculum. Dat lijkt meer aan te sluiten bij het overzicht dat lectoren hebben over opleidingen en de invloed die zij (zouden) willen hebben op onderwijsvernieuwing. Echter, voorafgaand aan de SKE dient eerst de BKE-certificering te worden gehaald.

Misschien is het voor jouw functioneren als lector gewenst dat je als voorzitter een examencommissie van een of meer opleidingen leidt?

De toegevoegde waarde van een lector met BKE en SKE-certificering zou in de driehoeksrelatie van hogeschool, beroepenveld en student, groot kunnen zijn. De lector heeft kennis van de sluitsteen van kwalitatief goed onderwijs: de examinering.  Hij kan mogelijk met meer kennis van detail en met meer overzicht bijdragen aan gebruik van nieuwe kennis bij curriculumvernieuwing. Zijn coachende en adviserende rol zal er een belangrijke dimensie bij kunnen krijgen.