U bent hier:

Nieuwsbrief maart 2020

Nieuwsbrief maart 2020
Type

bevorderen van kwaliteit

Datumdonderdag 2 april 2020 tot dinsdag 30 juni 2020

Nieuwsbrief maart 2020

IN DEZE EDITIE:
ALV

Op 31 januari 2020 vond in Woerden de algemene vergadering plaats van de Vereniging van Lectoren. De scheidende voorzitter Eric van de Luijtgaarden gaf het voorzitterschap over aan Mariska van der Giessen. De andere agendapunten waren een voorstel voor nieuw beleid, een vraaggesprek met Delta Premie winnaars Anneloes van Sta en Marc Mobach, financiën en vragen aan leden.

Delta Premie

Op 12 november 2019 werd in het Theater aan het IJ in Amsterdam de eerste De ta premie uitgereikt aan twee leden van de vereniging: Anne-Loes van Staa en Mark Mobach. Een korte impressie van Christoph Maria Ravesloot in deze nieuwsbrief, hij was namens de Vereniging van Lectoren uitgenodigd.

Werkdruk

De werkdruk onder lectoren is de aanleiding voor een overdenking van Jack Doomernik of het vak van lector als project of als professie kan worden gezien.

Voorwoord door Eric van de Luijtgaarden

Beste lectoren,

Sinds de oprichting van de Vereniging van Lectoren 3 februari 2015, mocht ik voorzitter zijn. Dat betekende vooral pionieren en
kijken waar tijd over was om het goede werk van lectoren en de promotie van het praktijkgericht onderzoek voor het voet licht te brengen. Ik heb dat met veel plezier en in een ongelooflijk leuk team van mede- lectoren gedaan, maar het was niet altijd wat ik ervan verwacht had. Vaak zaten wij als betrokken vrijwillige lectoren tegenover professionele bestuurders die goed betaald en veel relaxter in de wedstrijd zaten. Die vrijwilligheid geeft een ongelooflijke vrijheid en onafhankelijkheid, maar speelde ons ook vaak parten als het ging om het gebrek aan tijd die we als bestuur in onze vereniging konden steken. Dat was jammer want we willen zoveel.

Tegelijkertijd heb ik als voorzitter ook genoten van de momenten van glorie, daar waar collega lectoren op congressen of in het nieuws stonden te ‘shinen’. Of bij het overleg dat ik namens de lectoren mocht voeren met alle ministeries over innovatie in het kabinetsbeleid 2020-2030. We staan op de kaart, al zijn er nog enorme verschillen tussen de rechtsposities van lectoren bij hogescholen, al moeten we nog steeds na 18 jaar het debat voeren over onderzoek en onderwijs als twee gelijkwaardige processen, en al is onze positie bij lange na niet zoals die van de hoogleraren bij de universiteiten, toch hebben we een plek en daar kijk ben ik al 17 jaar als lector trots op.

Zeker trots was ik toen ik de lectoren mocht interviewen die de eerste Deltapremie in ontvangst mochten nemen: Anneloes van der Staa van de Hogeschool Rotterdam en Mark Mobach van de Hanzehogeschool Groningen. Twee echte lectoren die met hun onderzoek een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan de samenleving. De prijs is niet alleen een enorm geldbedrag, maar eveneens een erkenning voor het werk van hen en van lectoren en lectoraten in het algemeen. Beiden gaven aan dat naast de inhoud van hun onderzoek en de impact daarvan, vooral hun doorzettingsvermogen en hun pionieren in het veld van doorslaggevende betekenis moet zijn geweest. Eveneens werd duidelijk dat adel verplicht.

Zo’n prijs is mooi, maar wat daarna? Afgezien van een enkele mislukte! poging van managers, onderwijs tekorten aan te vullen met de premie, moet nu een extra stap gezet worden in onderzoekscapaciteit en -vermogen en in nadere versteviging van hun onderzoek. In die zin is het zaak dat dit soort interviews niet meer op achteraf-industrieterreinen gehouden wordt op een ALV van de vereniging, maar in Nieuwspoort in Den Haagf of debatcentrum de Balie in Amsterdam.

Er is nog een wereld te winnen en binnen het bestuur zal ik daar mijn steentje aan bij blijven dragen, maar met trots draag ik de voorzittershamer na 6 jaar over aan Mariska van der Giessen.

 

Afscheid als bestuurslid door Gerry Geitz

Na mijn benoeming in 2016 als lector Sustainable Educational Concepts in Higher Education bij NHLStenden hogeschool ben ik vrijwel meteen lid geworden van de Vereniging van Lectoren. Nieuw in de rol van lector vond ik het belangrijk om me aan te sluiten bij mijn landelijke collega’s. Enige tijd daarna heb ik ook een bestuursrol binnen de Vereniging op me genomen, vanuit de behoefte om ook op landelijk niveau een actieve rol te kunnen hebben in de belangenbehartiging van lectoren. Het afgelopen jaar hebben we als bestuur veel gesproken over dat wat we tot nu toe hebben bereikt en wat er in de toekomst nodig is voor lectoren en hun praktijkgericht onderzoek. Slagkracht en draagvlak zijn daarin cruciale begrippen. Een mooie nieuwe fase voor de Vereniging en voor het bestuur.

Persoonlijk ga ik daar geen onderdeel meer van uitmaken. 1 juni treed ik als lid van het college van bestuur in dienst bij het Noorderpoort (een grote ROC in het noorden van Nederland). Een nieuwe rol, een nieuwe uitdaging in het onderwijs, daar waar mijn hart ligt. Ik ga dan ook afscheid nemen als bestuurslid van de Vereniging van Lectoren, en daarmee van fijne, waardevolle collega’s. Onder leiding van Mariska gaat de Vereniging een nieuwe fase in, en ik heb daar het volste vertrouwen in! Ik wens alle lectoren veel plezier en succes bij de uitoefening van hun prachtige, waardevolle functie!

Nieuwe samenstelling van het bestuur door Mariska van der Giessen

Sinds 2013 ben ik lector op het gebied van International Business and Internationaal Ondernemen. Al vrij snel na mijn eerste benoeming bij Fontys sloot ik me aan bij de Vereniging van Lectoren (VvL). Hoewel ik toen als jonge lector zeker behoefte had aan de kennismaking met andere lectoren om te leren van hun kennis en ervaring, was ik tijdens de eerste jaren een passief lid. Tot ik met Eric in gesprek kwam en begon verder te kijken dan mijn eigen, inmiddels goed van de grond gekomen lectoraat. Eric enthousiasmeerde mij te solliciteren voor een bestuursfunctie bij de VvL en sinds september 2017 maak ik deel uit van het bestuur. Het is een geweldig team met een collegiale sfeer waarin we permanent met elkaar in contact staan, ideeën uitwisselen en contact houden met ons veld. Het is de verdienste van Eric dat hij van de VvL een vaste waarde heeft gemaakt en we als lectoren zowel richting de politiek als binnen het hoger onderwijs beter zichtbaar zijn.

In het afgelopen jaar stond een aanpassing van de werkwijze van de VvL hoog op de agenda van ons bestuur. Dit betekent echter niet een verandering van de de oorspronkelijke doelstellingen van de vereniging. Het bestuur ziet als kernopgaven van de VvL nog steeds de belangenbehartiging van lectoren, het meer zichtbaar maken van praktijkgericht onderzoek van lectoraten aan de hoger beroepsinstellingen en het bieden van een landelijk platform voor de uitwisseling van kennis en ervaring. Waar we echter een belangrijke slag willen maken is in de verdere profesionalisering en het verbeteren van de service aan onze leden.

De eerste ideeën voor een plan van aanpak liggen er inmiddels en het nieuwbenoemde bestuur is met veel enthousiasme aan de slag gegaan. De komende tijd gaan we kijken hoe we de organisatie van de vereniging meer slagkracht kunnen geven en de activiteiten van de VvL beter zichtbaar kunnen maken, zowel voor onze leden als voor onze gesprekspartners.

Ook in toekomst blijft het fundament van een vereniging niet het bestuur maar haar leden. Vandaar dat we op korte termijn een survey willen houden onder de (potentieel nieuwe) leden van de VvL om te zien waar zij op dit moment vooral behoefte aan hebben. Als lid ontvangt u binnenkort de link naar de survey via email. Niet-leden zullen de link via collega’s toegestuurd krijgen of op linkedin zien langskomen.

Ik heb er erg veel zin in om als nieuwe voorzitter van de VvL samen met een zeer gemotiveerd bestuur de vereniging op weg te helpen naar het volgende jubileum.

Op een goede samenwerking.

 

Delta Premie € 1.000 door Christoph Maria Ravesloot

Als vertegenwoordiger van de Vereniging van Lectoren was ik door SIA en de Vereniging van Hogescholen uitgenodigd voor de eerste uitreiking van de Delta premie voor praktijkgericht onderzoek aan twee lectoren.

De entourage en organisatie van deze eerste Delta Premie was overweldigen en perfect. Tot in speltjes op de revers en de speciaal gecomponeerde muzikale begeleiding van de avond was alles doordacht en ontworpen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Ingrid van Engelshoven gaf in een compacte toespraak het belang van de uitreiking aan, zij kondigde de derde cyclus van het hbo aan én zij reikte de eerste twee halve miljoenen euro uit aan de winnende lectoren: Anneloes van Sta van Hogeschool Rotterdam en Mark Mobach van Hanze Hogeschool.

Er kunnen enkele voor lectoren belangrijke conclusies worden getrokken uit de toespraak van de minister, van de voorzitter van de Vereniging van Hogescholen Maurice Limmen en van Anneloes van Sta en Mark Mobach. Er komt meer geld, veel meer geld voor praktijkgericht onderzoek door hogescholen. Daarvoor moeten meer lectoren en vooral meer docent  onderzoekers voor worden ingezet. Praktijkgericht onderzoek levert maatschappelijk meerwaarde die door de minister gewaardeerd wordt. Het promoveren op praktijkgericht onderzoek krijgt een zelfstandig bestaan binnen het hoger onderwijs. De minister gaat de eerste verkenningen in de praktijk in gang zetten. De pioniersjaren van praktijkgericht onderzoek en van lectoraten zijn voorbij. De organisatie moet snel volwassen worden.

Lector: project of professie? door Jack Doomernik

Bijna vier jaar ben ik inmiddels op weg als lector, een goed moment om de balans eens op te maken. Ik moet eerlijk gezegd toegeven dat ik, voordat ik solliciteerde niet eens wist wat een lector was en dat toen een voormalige lector heb moeten laten uitleggen. Ook nu moet ik nog steeds op feestjes verduidelijken dat ik geen les geef. De vacature bij Avans Hogeschool voor een lector Smart Energy was voor mij de uitgelezen kans om de stap te maken naar onderzoek.

Na ooit op één van de voorlopers van Avans, de HTS in Den Bosch, mijn opleiding te zijn begonnen en vervolgens 25 jaar in het bedrijfsleven te hebben gewerkt, landde ik weer in mijn oude vakgebied: de energietechniek. Inmiddels is de energiesector wel behoorlijk veranderd en heeft de energietransitie haar intrede gedaan. Voor mij was dit een mooie mogelijkheid om aan een “wicked problem” te werken: Hoe maken we onze energienetwerken slimmer en toekomstbestendig. Met veel plezier heb ik deze uitdaging aangenomen. Het eerste jaar was ik druk om mijn nieuwe werkomgeving te leren kennen, het onderzoeksprogramma te definiëren, de kenniskring op te bouwen, het lectoraat te organiseren en nieuwe connecties aan te gaan binnen en buiten de hogeschool. Daarnaast moest ik mijn proefschrift nog afschrijven, wat uiteraard ook nog wat tijd en inspanning kostte. Gevoelsmatig kon ik pas in het tweede jaar, na mijn lectorale rede, echt aan het werk met het schrijven van onderzoeksvoorstellen, het aanvragen van subsidies en het opzetten van een geschikt lab. Dat leidt niet altijd direct tot succes en voor je het weet is jaar twee voorbij voordat de pijplijn goed gevuld is.

In het derde jaar komen de projecten uit de startblokken en op dit moment worden de eerste resultaten zichtbaar en hebben we vanuit het lectoraat ook een verhaal te vertellen naar de buitenwereld. Het volgende probleem dient zich dan aan: je kan geen langjarige projecten meer aangaan omdat het eind van je contract in zicht komt. Als ik niet over mijn graf heen wil regeren, zal ik de laatste jaren van mijn lectoraat dus voornamelijk oogsten vanuit lopende projecten en alleen wat kleinere onderzoeken in gang zetten, maar dat is wat ik niet wil. Om daadwerkelijk impact te hebben is continuïteit en groei belangrijk. Een projectmatige aanpak met tijdelijke parttime contracten voor lectoren past dan niet zo goed.

Tijdens mijn jaren in het bedrijfsleven is bij mij het beeld ontstaan dat voor bedrijven en overheden het in de praktijk toepassen van de nieuwste wetenschappelijke inzichten een uitdaging is. Hier ligt een aantal oorzaken aan ten grondslag.

Ten eerste wordt op universiteiten veel onderzoek gedaan waar bedrijven (en dan heb ik niet alleen over de MKB-ers) geen weet van hebben. Dan wordt het lastig innoveren. Hier zie ik een belangrijke taak voor mij als lector om dit onderzoek te duiden en relevante inzichten toe te passen voor het oplossen van de huidige vraagstukken. Hier blijkt een grote behoefte aan te bestaan gezien de vragen die met grote regelmaat gesteld worden. Ten tweede zijn vraagstukken vaak multidisciplinair en ook hier zie ik een taak om het technische problemen af te splitsen en de oplossingen weer terug te plaatsen in de juiste context. Een
derde oorzaak is dat er snel naar een conclusie gesprongen wordt zonder de analyse goed uit te voeren. Ook hier ligt een toegevoegde waarde van een lector. Het kiezen en volgen van de juiste onderzoeks-aanpak om tot valide resultaten te komen.

Concluderend denk ik dat lectoren en lectoraten een wezenlijke rol vervullen om praktijkgericht onderzoek te definiëren en uit te voeren zodat innovaties op gang komen en worden versneld. Hiermee wordt het werkveld geholpen en de opgedane kennis en inzichten geven vernieuwing aan het onderwijs. Uiteindelijk is dat van groot belang om goed opgeleide professionals in de arbeidsmarkt te krijgen. Naast het vakgebied, waar ik als lector voor sta, wil ik ook graag het “lectorschap” meer inhoud geven en samen met collega lectoren een bijdrage leveren aan de positionering en professionalisering van dit vak, want dat is het. Het is inmiddels wel duidelijk dat lectoren en lectoraten niet meer weg te denken zijn uit het hoger onderwijs. Praktijkgericht onderzoek is volwassen aan het worden en zal naar mijn verwachting de komende jaren verder tot bloei komen. Dit gaat echter niet vanzelf. De toegevoegde waarde van lectoraten voor het onderwijs en het werkveld is inmiddels aangetoond. Lectoren zijn net als docenten, academiedirecteuren en management assistenten, reguliere functies in het huidige hoger onderwijs geworden. Lectoren verdienen vanuit dit perspectief een arbeidspositie die past bij deze realiteit en de inhoud en zwaarte van het takenpakket. Het is aan hogescholen om de vervolgstap te maken naar een volwaardige invulling van praktijkgericht onderzoek. Continuïteit in onderzoek is noodzakelijk om daadwerkelijk structureel te bouwen aan praktijkgericht onderzoek. Lector zijn is een professie en zeker geen project!