U bent hier:

Lector en lectoraten

Rechtspositie van lectoren

Op het SIA-congres op 30 november 2016 organiseerde de Vereniging van Lectoren de workshop Maatschappelijke rol van lectoren en de bijbehorende rechtspositie. Hieronder volgen een aantal belangrijke punten uit de presentatie van dr.mr. Petra Oden, lector Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt Hanzehogeschool Groningen.

1. Lector

De functie van lectoren wordt genoemd in de twee functiewaarderingssystemen voor hogescholen: Hay-methodiek (lector 1 en 2) en FUWA-HBO (lector A en B).

Lectoren hebben meestal een tijdelijk dienstverband. Dit vloeit voort uit de cao.  In de cao kan namelijk onder voorwaarden een uitzondering worden gemaakt op de regel uit het Burgerlijk Wetboek (BW) om het aantal tijdelijke dienstverbanden te beperken.

Tot 1 juli 2015 stond in de cao-hbo dat lectoren voor 4 jaar konden worden benoemd, met de mogelijkheid van een herbenoeming van opnieuw 4 jaar. Omdat de cao een uitzondering was op het BW moest de regel zo worden gelezen dat lectoren na verloop van de termijn van 8 jaar een vast dienstverband moesten krijgen.

Vanaf 1 juli 2015 staat in de cao-hbo dat wat betreft de maximumduur van de aanstelling van de lector eenmalig afgeweken kan worden van de 2-jaarstermijn die genoemd wordt in het BW. Volgens het BW kan deze termijn niet langer zijn dan 4 jaar. Daarnaast staat in de cao dat de arbeidsovereenkomst tussentijds kan worden opgezegd.

Het staat hogescholen vrij om het dienstverband met lectoren dat valt onder deze cao’s na 4 of 8 jaar te beëindigen. Deze werkwijze strookt echter niet met het doel van de Wet werk en zekerheid, waarbij een vast dienstverband het uitgangspunt is en waarbij flexibele arbeidscontracten niet past bij structurele werkzaamheden. Ook betekent het einde van een contract bij een goed functionerende lector een verlies aan kennis, ervaring en duurzame contacten met het werkveld. Het is de vraag of een tijdelijk dienstverband past bij de cruciale functie van de lector in de verbinding onderwijs, onderzoek en werkveld aan hogescholen.

Meer info over de rechtspositie lectoren:

 

2. Associate lector

De functie van lector wordt in de cao in een adem genoemd met de functie van associate lector. De functie van associate lector komt echter niet voor in de twee functiewaarderingssystemen voor hogescholen; noch in de Hay-methodiek, noch in FUWA-HBO.

De associate lector zou verbonden moeten zijn aan een lectoraat. De term ‘associate’ verwijst immers naar een relatie met een andere functie. Over de ‘associate professor’ heeft minister Bussemaker in de Memorie van Antwoord bij het Wetsvoorstel Bescherming naam universiteit en hogeschool aangegeven dat deze term veronderstelt dat de functie wordt uitgeoefend in relatie met een professor.

Een kleine verkennende inventarisatie van vacatureteksten laat zien dat associate lectoren inderdaad vaak verantwoordelijk worden gesteld voor een onderdeel van het takenpakket van lectoren en worden aangesteld in de functie van hogeschooldocent of hogeschoolhoofddocent (functies die wel in de functiewaarderingssystemen voorkomen). Het komt echter ook voor dat associate lectoren het takenpakket krijgen dat hoort bij de functie van lector. Associate lectoren die menen ten onrechte te zijn ingedeeld in deze functie kunnen zich wenden tot de P&O- of HR-afdeling van de desbetreffende hogeschool om te bezien of het raadzaam is een verzoek in te dienen of de functie opnieuw moet worden gewaardeerd.